honingbij sneeuwklok

(apis mellifera & galanthus) Inmiddels is het weer koud en is het de vraag hoeveel de onluikende natuur daar onder te lijden heeft. Vorige week was het een heel ander verhaal: ineens stonden de krokussen en sneeuwklokken in bloei. Vooral die laatste is heel interessant voor honingbijen. De nectar van deze stinzeplant is vaak zo'n beetje het eerste echte maal van het nieuwe jaar voor de bijen. stadswandelaar Richard

de nectarkroeg | honingbij op wiki | sneeuwklok op wiki | bijenhouders dordt

Heks in mijn dakgoot- Misschien komt het door de afgelopen volle maan, dat er in de goot van mijn dakraam een exemplaar van Klein kruiskruid tot bloei gekomen is.

In de Engelse folkore werden er verbanden gelegd tussen kruiskruid en hekserij, zo leerde ik op de site van Anne Tanne. Volgens Anne werd er rond Cambridge geloofd dat, wanneer er Kruiskruid op een dak groeide, 'daar een heks geland of opgestegen was.'

Dat zal dan best een hoog opgeleide heks zijn, neem ik aan. Wanneer deze slimme heks weer eens op weg is naar een sabbat op het vaste land, mag ze van mij best eens van haar bezem stappen en binnenvallen voor een 'high tea!' Dan wel eentje met kruidenthee. Zonder kruiskruid wel te verstaan, want het plantje is giftig.

Om die reden kunnen paardebezitters van de tegenwoordige tijd het kruid wel schieten. Omdat kruiskruidsoorten zowel in paardevoer als in rucola zijn aangetroffen, hebben zij zelfs de tweede kamer gehaald!

Lees voor meer info over de folklore dan wel de plant op de mooie site van Anne Tanne@ http://www.annetanne.be/kruidenklets/2008/03/28/senecio-vulgaris-klein-kruiskruid

Onder de Linde



Een beetje armetierig staan ze er bij nu het herfst is, de lindebomen aan die drukke Brouwersdijk. Als je er gehaast onderdoor rijdt, vallen ze niet eens erg op, al zijn ze behoorlijk hoog. Je zou zo niet zeggen dat hun voorgangers ooit stonden in de groene beekdalen waar de Germanen rondliepen.

Zij hielden van hun Linden en geloofden er heilig in. Hun liefdesgodin Freya woonde er in, net als dwergen, elfen en draken. Hun mythische held Siegfried werd bijna onsterfelijk door zich in drakenbloed te baden. Helaas voor hem, kon een vijandelijke speer hem in zijn schouder raken, omdat er tijdens het baden een lindeblad aan zijn schouder kleefde. Aardse liefde maakt zwak, wist men al in de Oudheid.

Toen de Katholieke missionarissen kwamen, hadden zij het niet zo op met 'heilige bomen', waar zij soms letterlijk met de botte bijl op insloegen, zoals Bonifatius deed bij een heilige Eik. Ondanks al de kerkelijke pogingen om heidense gebruiken te bestrijden, bleven bomen hun magische aantrekkingskracht op de Europese volkeren houden.

De 'geest' van de Linde werd nu gezien als een goede 'jonkvrouw'. Geliefden spraken af bij de boom en huwelijken werden eronder voltrokken. Op het platte land plaatste men vaak twee Linden voor het slaapkamerraam. De goede geest schrok eveneens boze heksen en geesten af, zo dacht men.

Speciale etagelinden moesten de onderdanen herinneren aan de maatschappelijke ladder. De bovenste etage stond voor God, de middelste voor de elite en de onderste voor het volk. Dat volk vierde op die onderste trede feest. Soms werd er lindebloesemthee gedronken, gezoet met lindehoning. 's Zomers moet deze zoete drank, samen met de benevelende geur van bloesem, mensen hebben herinnerd aan de liefde.

De Linde stond centraal in het openbare leven van mensen. Er werd recht gesproken onder de boom en vee verwisselde van eigenaar in de schaduw van leilinden. Deze groene zonnenschermen boden ook verkoeling aan de ouderen die tijdens hete zomers niets van de levendigheid wilden missen.

De boom dient nog steeds als leverancier van honing, thee voor een betere weerstand en blad voor Griekse rijstsalades. Als monument voor leden van het koninklijk huis en symbool van de liefde blijft de Linde een 'magische' sprookjesboom. Het is geen wonder dat ze schittert in een eindeloze rij van liedjes en gedichten...

(...)Ik denk vaak terug hoe we zaten onder de lindeboom. Hoe we de wereld vergaten in 'n gelukkige droom (...)

Uit: Onder de lindeboom

Gepubliceerd op de internetkrant van Oud Krispijn Dordrecht: http://cms.dordrecht.nl/dordt?waxtrapp=jpuzmXsHaKnPvBORJazD

Mostapijt- Bovenop een bitumen dak, dus nagenoeg op straat. Leg een stukje tapijt onder de juiste omstandigheden buiten en binnen een paar maandjes groeit er mos op. Op mijn balkon heb ik dit 'experiment' nagedaan met een op straat gevonden automatje.

Grasmat


Nee, dit is geen bericht over de toestand van de mat in de Amsterdamse Arena, noch een episode uit het dagboek van een tuinier. Dit is opnieuw een klein eerbetoon aan groeikracht.

Dat planten op den duur bijna overal groeien, is menigeen bekend. Dit geval vond ik persoonlijk nogal een glimlach en een foto waard. Op mijn deurmat, buiten op het galerei-balkon van mijn flat, doen graspolletjes in wording hun uiterste best. Mochten deze hardnekkige plantjes de winter overleven, dan weet ik volgend jaar welicht om wat voor grassoort het hier gaat. Stadswandelaar Richard

Sprookjesbos tussen de klaverbladen


Omdat ik ook nog op vakantie geweest ben, wil ik net als iedere andere Nederlander het bewijs daarvan met liefde delen. Mijn tripje naar 'Niedersachsen' viel technisch gezien nog in de zomer, doch in het oerbos was door het vocht reeds de herfst uitgebroken.

Om binnen het thema 'stadswandelen' te blijven: van het landgoed 'Hasbruch' is door de eeuwen heen beetje bij beetje een hoop terrein afgesnoept. Inmiddels is dit beschermde gebied met bejaarde bomen, waarvan sommige de Middeleeuwen nog hebben meegemaakt, ingeklemd tussen klaverbladen. Een groter contrast kan men zich haast niet indenken, dan dat tussen een sprookjesbos waarbij dat van Kaatsheuvel in het niet verdwijnt en dit urbane randverschijnsel.

Wonder boven wonder zijn de auto's nagenoeg onhoorbaar in dit compacte stukje aromatisch oerbos. Wellicht omdat deze houtige Methusalems zo massief zijn, dat de motorruis er niet doorheen kan komen. Dat is maar weer een ode aan de boom op leeftijd en bewijs van de waarde van natuur die met rust gelaten wordt.


Tijdens mijn wandeling door dit stoere bos, werd ik voor het eerst geconfronteerd met de rijkdom aan paddestoelen dit jaar. Eerst dacht ik nog dat deze overdaad te maken had met de leeftijd van dit vruchtbare bos. Later in Nederland zou ik merken dat het gewoon een uitzonderlijk jaar voor paddestoelen en schimmels is. Maar ja, het staartje van de zomer was dan ook behoorlijk nat.

2010 is al uitgeroepen het beste schimmeljaar sinds decennia. Nou ja, paddestoelenjaar dan. Al krijgen we die overige schimmels daar gratis bij.

http://www.mycologen.nl/
http://www.knnv.nl/31-fotogalerij/natuur/flora/paddestoelen/fotogalerij_paddestoelen.htm

Citroenmelisse in het wild gesignaleerd


Eerder dit jaar had ik al Oregano op het verse industrieterrein Kil III gezien. Vandaag was het citroenmelisse, dat ik spotte in het Dordtwijkpark tegen een betonrand aan. Geen wonder aangezien het in tuinen al bijzonder succesvol uitzaait tussen straatstenen en stoeptegels. Ik weet dat het (natuurlijk) al veelvuldig verwilderd in steden is gesignaleerd, echter voor mij was het in mijn stad de eerste keer.

Verantwoord wilde planten plukken

Een wijsgeer op het gebied van planten en dieren ben ik niet. Wel een natuurliefhebber op ontdekkingstocht. Ik geloof dat de natuur, behalve ons thuis, ook een schatkamer is vol levensvormen die ons leven rijker, aangenamer en gezonder kunnen maken.

Met mijn foto's en blogs hoop ik mijn ervaringen en leermomenten te kunnen delen met mensen die, net als ik, op zoek zijn naar wat de natuur te bieden heeft, of die openstaan voor een andere kijk op het leefmilieu. Overleven begint bij het waarnemen van onze omgeving en het bewust worden van onze plaats daarin. Het verzamelen van kennis gaat daarmee hand in hand.

Ons gebruik van de natuur- elk organisme gebruikt zijn omgeving om te overleven als individu en als soort- dient hand in hand te gaan met respect. Wie een te grote voetafdruk achterlaat in zijn omgeving, verkleint zijn eigen mogelijkheden tot overleven. Uiteindelijk leven alle creaturen in het zelfde globale ecosysteem en zijn ze daarin allemaal verbonden met elkaar. Onze beste overlevingsstrategie zou daarom zijn om weer in harmonie te gaan leven met ons habitat. Letterlijk en figuurlijk contact maken met de natuur is een weldaad voor ons geestelijk en lichamelijk welzijn.

Wanneer we in de natuur op zoek gaan naar bruikbare planten, kunnen we het beste weloverwogen te werk gaan. Als we onbewust onze voeten neerzetten, is het mogelijk dat we zomaar een uiterst zeldzaam plantje pletten dat zijn eigen rol in het ecologische web speelt. Misschien is er wel een even schaars diertje dat van die plant afhankelijk om te overleven. Beschermde planten horen met rust gelaten te worden. Kunnen we daarentegen een rol spelen in het voortbestaan en verspreiden van bedreigde soorten, dan lijkt me dat alleen maar een mooie compensatie voor de schadelijke invloed van onze te grote voetafdruk als soort.

Ook minder zeldzame planten hebben een minimum aantal nodig om te kunnen voortbestaan binnen een bepaald gebied. Daarom geldt dat we het beste niet meer gebruiken dan we kunnen verwerken en voldoende laten staan. Wanneer we bloesem of blad willen hebben, is het beter om hier en daar een enkele te plukken, terwijl we zo veel mogelijk van de plant heel laten.

Buiten het belang van de soorten om ons heen, is er natuurlijk ook ons eigen belang. Planten zitten vol chemische bestanddelen met een bepaalde werking. Bij werkzame bestanddelen is het vaak zo dat wat bij een strikte dosering heilzaam kan zijn, bij een overdosering schadelijk of zelfs dodelijk!

Hetzelfde kan trouwens gezegd worden over diverse groenten die we in de winkel kopen. Matigheid, variatie en informatie zijn daarbij sleutelwoorden.

Er zijn nogal wat soorten die heel moeilijk te onderscheiden zijn. De ene soort kan vrij onschadelijk zijn, terwijl zijn erop lijkende buur zeer giftig is. Het is eveneens handig om stil te staan bij de omgeving waar we planten zoeken. Langs drukke autowegen en landbouwgronden, kunnen we wegens de vervuiling de planten maar beter laten staan. In de buurt van wandelpaden lopen vaak honden, zodat we, bij vers gebruik, de kans lopen op worminfecties. Pluk daarom vruchten vanaf een meter hoogte.

Laat u echter niet bang maken door mijn opmerkingen. Het valt het af te raden om meteen naar hartelust te gaan experimenteren met wilde planten, na het lezen van mijn blogs of een tekst elders op het internet of uit een kruidenboek. De natuur blijft echter enorm waardevol voor een ieder die zich goed informeren laat. Bij gezondheidsklachten is een goede diagnose door een huisarts of bevoegde alternatieve arts essentieel. Voor de behandeling of het preventief gebruik van kruiden geldt hetzelfde: maak gebruik van de kennis en vaardigheden van erkende experts. Wanneer u eenmaal weet 'hoe of wat,' kan de natuur een grote verrijking van uw leven betekenen.

Ik wens iedereen veel plezier en enthousiasme bij het ontdekken van de magie van onze natuurlijke wereld! Stadswandelaar Richard

Generatie Groen


Wat betekent een onderzoek nog tegenwoordig, in een tijd dat politieke partijen uitkomsten van het CPB naar hartelust inkleuren in het kader van hun campagne. Toch hoop ik dan maar met mijn optimistische helft, dat sommige onderzoeken op zijn minst een waarachtige rode draad bevatten in hun tapijt van bevindingen.

Op het Parool on-line las ik een artikel over een onderzoek gedaan door het WNF onder duizend jongeren in Nederland. Uit deze steekproef bleek dat driekwart van de jongeren meer aandacht hebben voor de conditie van het milieu dan die van de economie.

Nu is het duidelijk dat het WNF zo haar eigen belangen heeft bij zo'n uitkomst, maar als licht kalende ouwere jongere herken ik mijzelf daar zeer zeker in. Op Google Earth durf ik niet eens meer in te zoomen op de tropische bossen, of de invloedsfeer van de Sahara te bestuderen. Als kind van de 'doom-and-gloom' jaren tachtig, krijg ik daar spontaan een opwelling van naargeestigheid van.

Dat vele jongeren anders denken dan hun hoog-conjunctuurouders, verbaast mij niets. De jeugd zet zich af, een generatiekloof is immers van alle tijden. Daarnaast zou het natuurlijk ook kunnen, dat jongeren, ongeremd door de vastgeroeste patronen van hun voorgangers op deze blauwe bol, donders goed inzien, dat de manier waarop de zaken afgelopen decennia liepen, onderinvloed van het Wirtschaftswunder, niet eeuwig vol te houden valt. Wie met de sloophamer zijn huis bewerkt, moet toch in de gaten krijgen dat er op den duur wel erg weinig muur meer overblijft.


Schuilend voor het zinloze verkiezings- geweld, put ik dan toch even hoop en vertrouwen uit zo'n onderzoek, zij het gehouden door het WNF. Daarnaast zie ik zelf afgelopen paar jaar en dit jaar in het bijzonder, dat de natuur bezig is met een come-back. De groeikracht is groot en voorheen zeldzame soorten zijn in opmars.
De levende planeet zal haar spierballen laten zien en ons tonen dat we met haar moederlijke instinkten niet de spot moeten drijven. Zij is gul, maar bikkelhard, wanneer zij voor al haar kinderen op moet komen.

Dit noemt men in de ecologie wel een terugkoppelingsmechanisme...

Link naar het artikel van Het Parool: http://www.parool.nl/parool/nl/224/BINNENLAND/article/detail/298353/2010/06/06/Milieu-houdt-jongeren-meer-bezig-dan-crisis.dhtml


Klein hoefblad (Tussilago farfara)


In het voorjaar is het klein hoefblad een van de vroegere bloeiers. Dan ziet men alleen een bloemstengel, vol donkere toefjes aan de zijkant. Bovenop prijkt de felgele bloem, die wel wat aan een paardenbloem doet denken. Later, tijdens de bloei, begint het bladgroen uit te lopen. De rest van de zomer kun je de plant alleen herkennen aan zijn hoefijzervormige bladeren, waarvan de stengels allemaal uit het zelfde punt in de grond komen.

Het exemplaar op de foto groeit tegen een zuil van het metrostation in Schiedam Centrum. Klein hoefblad is dol op omgewerkte grond, of andere grondsoort, zolang het maar kalkhoudend is. Vandaar dat het vaak voorkomt op (voormalige) bouwterreinen.

Van de week liep ik in een winkel tegen een zak gedroogd hoefblad aan, bedoeld om als thee te drinken. Dit medicinale kruid schijnt o.a. te helpen tegen astmatische aanvallen en rokershoest. Zo ziet u maar: de oplossing licht zowel op straat als in de winkel.

Siamses drieling

Zaterdag 9 mei spotte ik deze anomalie aan de Feijenoordkade in Rotterdam. Het lijken drie bloemknop- pen aan twee aaneengegroeide stengels. De plant is een paardenbloem (Taraxacum officinale).

Inwoners van Krispijn

Een vriendelijk meneer kwam langsgereden terwijl ik in de voortuin van een slooppand een foto maakte van felrode beestjes met Afrikaanse maskers op hun rug. Deze vuurwantsen hebben wel iets van kevers weg en deze meneer vond ze ook wel op rode pissebedden lijken. Inmiddels ben ik het gewend dat mensen stoppen, wanneer ik foto's maak op straat en mij vragen waarom ik dat doe. Het ligt ook niet voor de hand om op je hurken een camera te richten op een tuin of berm. Foto's maak je immers van zaken die dicht bij je beleving staan, zoals familie, vrienden, huisdieren en vakanties. Voor mij is het een hobby, maar waar komt deze zeldzame hobby- er zijn er meer zoals ik- dan toch vandaan?

Als klein jongetje in Dordrecht stond ik al samen met mijn buurmeisje naar de mieren te kijken, die tussen de stoeptegels door omhoog kropen. Zodra ik vijf werd, verhuisde ik met mijn ouders naar het platteland. Daar legde mijn vader een tuin aan op land van mijn voorouders. Mijn vader en mijn oom namen mij vaak mee naar tuin, duin en strand. Daar leerde ik van hen over plant en dier, de seizoenen en de relaties die ze onderling hebben. 'Die rups eet alleen maar brandnetels', hoorde ik dan bijvoorbeeld. Aangestoken door hun liefde voor natuur, speurde ik in sloten, bosjes en bomen als een detective naar de schatten van de natuur.

De kunstacademie leerde mij nog beter te kijken. Wanneer het studeren me te veel werd, zocht ik de rust op in de parken en havens van Rotterdam. Tussen al dat beton, steen en asfalt leerde ik pas echt hoe onoverwinnelijk de natuur is: een paardenbloem kan met gemak door het wegdek heen breken, muren bezwijken onder planten zoals klimop. Omdat ik voor opdrachten vaak een camera bij me had, begon ik alles wat ik zag tijdens mijn wandelingen vast te leggen.

Nu woon ik al weer zeven jaar in Dordrecht, twee daarvan in Krispijn. Waar eens de voordeur stond van mijn huis aan de Bilderdijkstraat, groeide vorig jaar nog een Doornappel. Deze werd vele eeuwen al geleden gebruikt door sjamanen om het bovennatuurlijke te zien. Hier komt de legende van 'vliegende heksen' vandaan. Geen plant om een salade van te maken dus. Andere planten kan men wel eten. Ik heb gehoord dat mijn Turkse buren wel eens rucola plukken in het wild. Als je weet wat je zoekt, wat je mag plukken en hoe je het gebruikt, kun je veel nuttige natuur vinden in de stad. Elke wandeling door de wijk kan zo een ontdekkingstocht worden en de straat een gemeenschappelijke tuin, een stukje thuis.

De vuurwantsen waarmee ik mijn verhaal begon, zitten op dit moment weer opvallend in de voortuinen. Ze komen de laatste jaren uit het Zuiden steeds verder ons land binnen. Hier in de wijk horen ze er inmiddels helemaal bij. Het zijn temperamentvolle diertjes- voor mensen ongevaarlijk- die met pootjes en al uit het ei kruipen. De kleintjes leven in grote groepen samen met de volwassenen. De wantsen eten gezamenlijk planten (Linde en Kaasjeskruid), boomsap en dode insecten. Soms ook elkaar. Door dit dieet smaken ze vies, zodat vogels er meestal van afblijven. Mannetjes paren een dag tot een week met de vrouwtjes, om te voorkomen dat er een mannetje tussenbeide komt. Deze beestjes wonen en leven samen met ons in de wijk. Net als bij het leven van mensen, horen daar gezellige momenten bij, maar ook ruzies. Er is misschien één groot verschil: wij mensen kunnen veel meer van elkaar leren!


Deze blog staat ook online op de site van Oud-Krispijn: http://cms.dordrecht.nl/dordt?waxtrapp=xxnjwPsHaKnPvBORJonD

Van het een komt het ander

Op zoek naar foto's voor mijn eerste geplande blog over paardenbloemen, spotte ik de eerste vuurwantsen van dit jaar in de voortuin van een dichtgespijkerd pand in Oud-Krispijn. Een man in een auto stopte voor het tuinhek en stapte uit. 'Bent u iets moois aan het maken?' vroeg hij terwijl ik een aantal plaatjes schoot.

Hij bleek de projectmanager van deze wijk voor de gemeente. De vuurwantsen waar ik mijn lens op richtte, baarden hem een beetje zorgen: 'het is toch geen beschermde soort? Anders kunnen deze huizen huizen niet gesloopt worden.' Voor zover ik weet, deelt deze wants niet het lot van rugstreeppad, dus ik kon hem geruststellen. Alhoewel ik het jammer vind dat deze diertjes zullen moeten verkassen en dat de meeste planten hier het niet zullen overleven. Maar ja, ook mensendieren moeten wonen.

Er was nog iets anders wat hem bezighield: hij wil graag mensen, elk met hun eigen capaciteiten, betrekken bij het nieuwsblad van het woningbouwbedrijf. 'Er zitten heel veel mensen met talenten in deze wijk,' waarvan menigeen onzichtbaar. Het doel is om mensen aan het daglicht te brengen en zo de samenhang in de wijk te vergroten. Samenleven begint met elkaar kennen en bewonderen om wat men kan. Samenleven met de natuur om ons heen vergt een soortgelijk proces. Dit is gelijk een van de redenen waarom ik hier blogs wil schrijven.

Het idee dat deze stadswandelaar een bijzonder beestje spotte in de wijk waarvoor hij verantwoordelijk is, sprak hem kennelijk aan. Hij spoorde me aan om een stukje over deze vuurwantsen, of andere natuur uit de wijk, in te zenden bij de redactie van de nieuwsbrief van Oud-Krispijn. Aldus geschiedde. Binnenkort verschijnt er een stukje van mijn hand in de nieuwsbrief. Een mooier begin van deze blogspot had ik me niet kunnen indenken!